Ieder jaar komen er veel wielerboeken op de markt die gaan over wielrennen. Niet zo verwonderlijk want er is geen enkele andere sport die meer heroïsche verhalen genereerd dan wielrennen. Verbazingwekkend is het dan ook niet dat er héél veel boeken geschreven zijn. Boeken over biografie van een wielrenner, verhalen over belangrijke wielerwedstrijden, verhalen van wielerjournalisten en wielerkenners. Hieronder vind een overzicht van de vele boeken.
Zijn overwinning na een monsterontsnapping van 200 kilometer in de Tourrit naar Saint-Etienne in 2019 was dé dag uit het leven van Thomas De Gendt.
Thomas De Gendt is een kleurrijk figuur die niet alleen uitblink in zijn sport maar door zijn aanvalslust ook het publiek weet te bekoren voor, tijdens en na de wedstrijden.
De renner van Lotto Soudal, prof sinds 2009, behaalde sinds 2011 reeds overwinningen op het allerhoogste niveau. In die tijd maakte hij naam op social media met zijn droge humor,
maar boekte hij vooral verschillende indrukwekkende overwinningen,
die de fanatieke wielerliefhebbers lang zullen bijblijven. Hij won onder andere op legendarische cols, zoals de Stelvio in de Giro van 2012 en de Mont Ventoux in de Tour de France 2016.
In de Tour de France zette hij na een lange aanval het ganse peloton, inclusief de beste renners ter wereld, te kijk om in aankomstplaats Saint-Etienne als eerste over de streep te komen.
Een zege om nooit te vergeten. Het verhaal achter een ongekende en onwaarschijnlijke solo!
Sinds Kasper Hermans als klein jongetje Servais Knaven over de steentjes naar de winst in Parijs-Roubaix zag dokkeren,
is hij verknocht aan de wielersport. Het voorbije decennium vergaapte hij zich veelvuldig aan de kunsten van Thomas De Gendt.
In dit boek schetst Kasper met behulp van diverse bekenden een portret van de Vlaamse coureur.
De reeks ‘Een dag uit het leven van’ gaat meestal over een hoogtepunt in iemands carrière. Een valpartij die de hoofdfiguur de rest van het wielerseizoen kost, lijkt dan een ietwat vreemde keuze.
Maar de crash in de ravijn van Remco Evenepoel in de Ronde van Lombardije kende gelukkig een positieve afloop. Remco is er goed van afgekomen, een vereiste voor dit boek, en een ferme tegenslag als die val in de Ronde van Lombardije
zal de jonge en mentaal ijzersterke Evenepoel in de toekomst alleen maar ten goede komen. Meer dan ooit is hij gebrand om zich vanaf 2021 te bewijzen, naar het voorbeeld van dat ander supertalent
Tadej Pogačar.
De Sloveen wordt de komende jaren een geduchte concurrent van de Prins van Schepdaal. Elke vergelijking met ene Eddy Merckx is uit den boze, maar weet goed dat Merckx in het begin van zijn met prijzen
overbeladen carrière ook twee zware ontgoochelingen kende: de verbanning uit de Giro d’Italia na een positieve dopingtest en een zware val op een piste in het Franse Blois, respectievelijk net voor en net
na zijn eerste Tourzege van 1969. Remco zal sterker terugkomen dan ooit, daar twijfelt niemand aan. Alleen daarom al zal die val in Lombardije voor altijd een opmerkelijk moment blijven in zijn wielercarrière.
Yves Brokken is het brein achter het online mediaplatform WielerVerhaal.
Eerder schreef hij al het herdenkingsboek
Ik had een droom
over Bjorg Lambrecht.
Koers, koers, koers, alsof corona nooit heeft bestaan
2020 zou een jaar worden om nooit te vergeten. De wielerfans keken reikhalzend uit naar de voorjaarsklassiekers en hét duel van het nieuwe jaar.
Zou Jumbo-Visma er in slagen het dominante Ineos in de grote ronden te verslaan? En kon een Nederlander de tour winnen? Het leek zo mooi, maar alles liep anders.
Vanaf maart werden wedstrijden geannuleerd. Een deel van het wielerpeloton kwam in maart vast te zitten in hotelkamers in de Verenigde Arabische Emiraten.
Andere wielrenners zaten thuis en moesten zich met soloritten voorbereiden op een ongewisse toekomst en voor sommigen was de tacx op zolder door de strenge lockdown in hun land de enige uitkomst.
Met een vertraging van een kleine 6 maanden begon het seizoen aan het einde van de zomer opnieuw: in honderd dagen werd een duivels programma van drie grote rondes,
klassiekers, monumenten en kampioenschappen afgewerkt.
Journalist en voormalige amateurwielrenner Thijs Zonneveld kon zijn geluk niet op en volgde gewapend met microfoon en aantekenblok, maar soms ook met joggingbroek en een extra scherm de koers op de voet.
De prestaties van onder anderen hoofdrolspelers Mathieu van der Poel, Wout van Aert, Wilco Kelderman, Alejandro Valverde, Primož Roglič, Tadej Pogačar en Anna van der Breggen staan opgetekend in verhalen
vol bewondering, verbazing,
ontzag, maar ook kritiek, humor en een onaantastbare liefde voor de wielersport. Het werd een onwaarschijnlijk wielerjaar.
Het was meer dan een 100 jaar lang nauwelijks voorstelbaar, een voorjaar zonder koers. Zonder gedokker over kasseien, zonder heuvelklassiekers, massasprints, bergetappes en etappewedstrijden.
Totdat een virus onze samenleving ging beheersen, en de sport verviel tot een bijzaak in het leven.
Dit boek is het relaas van Vlaamse wielerverslaggever José De Cauwer en zijn Nederlandse collega Gio Lippens die aanvankelijk een wielerseizoen in duigen zien vallen.
Ze tonen zich bezorgd over de impact van het virus, niet alleen op de maatschappij, maar ook op de toekomst van de wielersport. Ze verbazen zich daarna over de veerkracht van organisatoren,
teams en coureurs. Over een sport die zich aan de crisis ontworstelt en creatief omgaat met de beperkingen in coronatijd.
Vele bekende kopstukken uit de Lage Landen komen aan het woord. Grote namen als Patrick Lefevere, Wouter Vandenhaute, Wout van Aert, Anna van der Breggen en Tom Dumoulin.
Ze kijken naar de toekomst, naar hoe de sport verdergaat na het vreemdste jaar in de wielergeschiedenis, wat er moet gebeuren met de macht van de grote organisatoren, de veiligheid in en rond de koers
en de wijze waarop de sport zich via de televisie verkoopt. Maar ze kijken ook terug op een seizoen dat héél lang stilstond,
als in een oneindig lijkende surplace, en daarna alsnog een spetterende finale kreeg met honderd dagen koers.
Van 18 tot en met 26 september 2021 vindt in de Vlaamse steden Bruggen, Knokke-Heist, Antwerpen en Leuven het wereldkampioenschap wielrennen plaats.
Daarmee komt het WK een eeuw na de eerste officiële editie terug naar zijn bakermat, terug naar huis in België.
De ideale gelegenheid om een mooi overzichtsboek te wijden aan de Belgen en Nederlanders die doorheen de rijke wielergeschiedenis om de regenboogtrui streden.
Met dit onmisbare jubileumboek kom je alles te weten over de mannelijke en vrouwelijke, jonge en oude, gelukkige en minder gelukkige wielrenners die ooit de nationale kleuren verdedigden!
Het boek is geschreven door de Westvlaamse auteur Patrick Cornillie die eerder al onder meer
Koersen in de Groote Oorlog en
Cercle Brugge schreef.
Dit boek gaat over verschillende kleine wielerverhalen die gebundeld werden tot 1 boek.
De sprinters die zij waren over Fabio Jakobsen en Dylan Groenewegen en de spectaculaire valpartij in Polen door Nando Boers
Julian Alaphilippe, gul en ontspannen , zenuwachtig en geniepig door Frank Heinen
De sportieve ambitie van Israel Start-Up Nation door Eelco Hintermann
De herontdekking van Oscar Sevilla door Bert Wagendorp
Het wonderjaar van Wout van Aert door Willie Verhegghe
Hoe Marianne Vos het spook verdreef en Olympische Kampioen werd door Wiep Idengza
De dood van Kelly Catlin door Erik Brouwer
De ene editie van profronde van Schiermonnikoog door Jurre van den Berg
Het onzekere lot van de Ronde van Lexmond door Joost-Jan Kool
Over Nederlands baanwielrenner Harrie Lavreysen door Nando Boers
Het duel, geschreven door auteur Wiep Idzenga, vertelt over wielrenners en veldrijders Mathieu van der Poel en Wout van Aert, de twee jonge sportmannen die op ieder vlak elkaars tegenpool zijn.
Het ultieme wielerboek van 2021.
Het wielerboek vertelt over Mathieu van der Poel en Wout van Aert die al sinds hun tienerjaren spannende duels uitvechten in de modder, klei en zand.
Mathieu – gezegend met de wielergenen van zijn beroemde vader en opa – verslaat ‘Woutje’ aanvankelijk meestal, maar met het verstrijken van de jaren wordt Van Aert groter en sterker en verschuift de balans.
De Nederlander Van der Poel is de eerste die een grote prijs op de weg pakt als hij in 2019 op spectaculaire wijze de Amstel Gold Race wint.
De Belg Van Aert wint vervolgens drie ritten in de Tour de France en de Strade Bianche, en pakt met Milaan-San Remo zijn eerste monument.
In het najaar van 2020 komt het in hun geliefde Ronde van Vlaanderen tot een ongelooflijke apotheose. Het verschil is drie slechts banddiktes.
En de twee totaal verschillende karakters – het zijn ook zeker geen vrienden – zijn nog lang niet klaar. In Het duel maakt Wiep Idzenga de voorlopige balans op van de epische strijd tussen deze twee legendes,
die terug doet denken aan de dagen van de Italiaanse wielrenners Bartali en Coppi.
Eerder schreef Wiep Idzenga de wielerboeken
De muur - Een klein kutsteentje
en Brigadier Kodak neemt een foto
Waarom is de groene trui groen en de gele trui geel? Waarom viel uitgerekend Wim van Est in 1951 in een ravijn? Wie eindigde vijf maal als 2de in Parijs?
In welke Tour werd nummer 5 tot winnaar uitgeroepen omdat de eerste 4 werden gediskwalificeerd? Wie werd destijds opgesloten in een vriescel en wat was de langste Tour-etappe ooit?
Welke Tourwinnaar sloeg een concurrent knock-out? Waarom startte de ronde van Frankrijk in 1954 in Amsterdam?
Waar zagen toeschouwers bepaalde renners de trein nemen? Wie strooide in 1905 maar liefst 125 kilo spijkers over de weg? Waarom bleef de Belg Maurice De Waele onbekend ondanks zijn 4 podiumplaatsen?
Het zijn slechts enkele van de duizende anekdotes, feiten en interessante wetenswaardigheden. Een mooie verzameling van belangrijke en absoluut onbelangrijke feiten en veronderstellingen.
Met lange en korte verhalen, over de populiare wielervedetten zoals Remco Evenepoel, Tom Boonen en Wout Van Aert, die met een aureool van onsterfelijkheid door het leven stappen.
Maar ook andere profwielrenners zoals Mario Aerts, Serge Baguet, Jérôme Baugnies en Edwig Cammaerts die elk op hun wijze een rol speelden in het peloton.
Over vallen en opstaan, triomfen en tragedies - de wielersport is een metafoor van het leven.
De verschillende tendensen en generaties worden gebundeld in dit meer dan 500 pagina's dikke boek: van de grimmigheid uit het prille begin,
de opkomst van het ploegensysteem en de technische evoluties tot de intrede van de wetenschap.
Veel grote merken die op zoek zijn naar een alleszeggend logo, zouden er haast alles doen.
Weinig is zo herkenbaar als het geel, groen en wit met bollen van de Ronde van Frankrijk. Bovendien maken die drie truien de grootste wielerwedstrijd
ter wereld ook zo kleurrijk, naast al die gesponsorde wieleroutfits die jaarlijks weer een andere tint geven aan de bonte stoet renners door het adembenemende landschap van Frankrijk.
Dit boek beschrijft de rijke historie van de Tour aan de hand van de shirts.
Vermaarde ploegen als Festina, KAS, PDM en TI Raleigh zijn voor altijd verbonden aan hoge pieken en diepe dalen. Het heroïeke duel tussen Laurent
Fignon en Greg Lemond, die met een verschil van slechts acht seconden werd beslist in het voordeel van de Amerikaan, was ook een gevecht tussen Système U en ADR met ploegleider José De Cauwer.
De Spanjaard Miguel Indurain reed altijd met Banesto op de rug, Claudio Chiappucci is voor eeuwig verbonden met Carrera en Erik Breukink vooral met ONCE.
Jan Ullrich herinnert iedere wielerliefhebber zich het liefst in het machtig mooie lichtgroene shirt van Bianchi, terwijl de Duitser toch het grootste gedeelte van zijn loopbaan rondreed in het magenta-wit
van T-Mobile. Fabio Casartelli stierf in het roodblauw van Motorola en de meervoudige Tourwinnaars Eddy Merckx en Chris Froome staan voor altijd voor Molteni en Sky.
Claude Droussent was decennialang actief als journalist en leidinggevende bij onder andere L'Équipe, Le Parisien en Vélo. De Fransman is vergroeid met het wielrennen en
schrijft tegenwoordig ook voor de nieuwssite The Huffington Post.
De sportieve en organisatorische geschiedenis van de Tour de France verteld in twaalf levensfases. De Tour de France ontstond in 1903 als een zeer succesvolle marketingstunt van een noodlijdende sportkrant. Dankzij het huwelijk tussen sport en commercie is de Tour stevig verankerd in de maatschappij en verbonden met het leven zelf. Deze kroniek beschrijft op een verrassende manier het levensverhaal van het sportspektakel. Veel aandacht is er voor de strijd achter de schermen: de spanningen tussen de belangen van de renners, wielerteams, sponsors, media, toeschouwers, wielerunie en Tourdirecteuren. De wisselwerking tussen deze partijen karakteriseert de levensloop wat resulteert in twaalf fases met kenmerkende thema’s, zoals de ploegentucht, internationalisering en dopinggebruik. Dit boek over de organisatie van het grote wielerevenement is rijkelijk gevuld met de vele mythes en anekdotes die vaak te mooi blijken om waar te zijn, maar desondanks hun glans behouden. Het spreek voor zich dat het spannende koersverloop van alle edities in dit levensverhaal aan bod komt. Alle winnaars van de Ronde van Frankrijk hebben een verhaal; hun pech, opoffering, lijden en heldendom.
Tour de France in Bretagne het startsein voor de 108de editie van de Tour de France op zaterdag 26 juni 2021 is in Brest gevolgd door enkele ritten in lijn op Bretons grondgebied. Wie maar enigszins bij de Ronde van Frankrijk is betrokken weet dat Bretagne heilige wielergrond is. Mannen die de Tour de France mee gestalte hebben gegeven zijn hier opgegroeid. Velen kennen de namen, maar niet de plaatsen: Jean Robic uit Radenac (winnaar 1947), Louison Bobet uit Saint-Méen-le-Grand (winnaar 1953, 1954 en 1955) en Bernard Hinault uit Yffiniac (winnaar van 5 edities in 1978, 1979, 1981, 1982, 1985). Hun namen zullen weer in de pers, op de radio en tv worden genoemd. Hun uitzonderlijke prestaties worden in 2021 nog eens belicht. Met dit boek scharen we ons in die rij, maar dan wel als een blijvend document dat tevens een mooi eerbetoon is. De dorpen zijn doorkruist, er is in de regio gefietst en verschillende plaatsen zijn bezocht op zoek naar de sporen van de grote Bretonse drie. Elk jaar worden aan het geschiedenisboek van de Tour de France nieuwe bladzijden toegevoegd maar het is ook wel weer eens leuk om een aantal pagina’s terug te slaan en te lezen hoe het allemaal geweest is. Het boek wordt aangevuld met een aantal Bretonse fietssuggesties.
We kunnen er niet omheen: er is in de zomer 2021 concurrentie van het allerhoogste niveau. De Tour zit ingeklemd tussen het Europees Kampioenschap voetbal en de Olympische Spelen.
De Tour tussen twee grote sporttornooien in. Maar de Tour de France blijft, ongeacht alle drukte, een overheerlijk beleg. Iedereen herkent de haat-liefdeverhouding met de Ronde van Frankrijk.
Organisator ASO levert elk jaar weer een geoliede productie, een wielercircus dat 23 dagen lang als onontkoombare pletwals door het land trekt.
Maar de Tour is een veld vol prachtige rozen met scherpe doornen. De Tour dicteert alle debatten, en – inderdaad Jean: de Tour stopt voor niets of niemand.
De wereld mag in de houdgreep liggen van het Covid-19 virus, de Tour is baas boven baas. En iedereen die Parijs haalt, is een wielerheld. Verrassingen inbegrepen.
Frank Heinen gaat er eens goed voor zitten om het mysterie van de Sloveen Tadej Pogačar te ontrafelen. Bart Jungmann dook in het levensverhaal van Pogačar ploegleider de Australiër Allan Peiper.
De Mont Ventoux moet in de 108ste Tour twee keer op één dag worden bedwongen. Of dat gezond is?
Bert Wagendorp ontleedt de rol van voormalig Tourarts Pierre Dumas op de Mont Ventoux in 1955 en 1967 –
het tragische einde van de Brit Tommy Simpson. Dumas had nog zo gewaarschuwd. Maar je kunt ook onderaan de Ventoux sneuvelen: lees Erik Brouwers necrologie over eenmalig bergkoning de Fransman Thierry Claveyrolat.
Wie de Tourtragedie ook niet uit de weg ging was de Deen Michael Rasmussen. ’s Avonds na de Aubisque in 2007 in het geel, maar door zijn eigen ploegleider de Nederlander Theo de Rooij uit de Tour gezet,
‘wegens knoeien met whereabouts’. En er was nog veel meer aan hand, in Rabo-wielerland en verre omstreken. Een voorpublicatie uit het Raboboek van Maarten Kolsloot. Nando Boers voert een mooi,
inhoudelijk en ambitieus gesprek over het beroep van wielrenner Steven Kruijswijk. Menno Haanstra schrijft deel 6 van Julius en Fabio, waarin de wederwaardigheden van Julius van den Berg worden uitgelicht.
Willie Verhegghe dicht een ode voor het Vlaamse sleurpaard Tim De Clercq. De Tour heeft het eeuwige leven, maar verandert ook zoals dat leven. Deze Tour-Muur laat
zien hoe die evolutie tot stand kwam en wat ons nog meer te wachten staat in de toekomst op het gebied van biotech en datatech. Auteur Joost-Jan Kool gaat de boer op en filosofeert honderduit aan de hand van
Yuval Noah Harari’s 21 Levenslessen voor de 21ste eeuw.
En Mark de Bruijn vraagt zich af: hoe hou je het leven in de Tour de France als straks iedereen gelijk is? Heb een fijn zomergevoel bij het lezen van De Muur #73
Het geweldige verhaal van een buitengewoon wielrennen 'Een koers heeft een winnaar nodig. Toen ik voor deze sport koos, wilde ik dan ook winnen.
' Tussen 1965 en 1978 vestigde Eddy Merckx zijn heerschappij in de wielersport. Alles en iedereen die hij tegenkwam, moest eraan geloven.
De veroveringstocht leverde hem 525 zeges bij de profs op, een niet te evenaren record.
Eddy Merckx was de Pelé, de Ali, zelfs de Elvis van de wielersport. Hij was niet alleen beter en sterker dan zijn tegenstanders,
hij was ook in met niets of niemand te vergelijken met wat voor hem bestond. Merckx was een kannibaal die zijn tegenstanders verslond. Alleen winnen telde.
Maar eens uit het zadel bleef Merckx een raadsel. Journalisten doorgrondden zijn mysterie maar héél moeilijk. Was hij een soort menselijke machine?
De waarheid was inderdaad complexer. Merckx schudde twijfel en zelfkwelling van zich af op de racefiets. Bij pijn en tegenslag ging hij telkens tot het uiterste om toch maar als eerste over de finish te komen.
Het tijdperk van Merckx werd bevolkt door opmerkelijke figuren die in een andere periode ongetwijfeld legenden zouden zijn geworden.
Daniel Friebe interviewde Roger De Vlaeminck, Freddy Maertens, Felice Gimondi, Bernard Thévenet, Raymond Poulidor, Walter Godefroot en vele andere van Merckx' slachtoffers die in detail de successen
en muizenissen van de Kannibaal oprakelen. Op die manier ontleedt hij in een gebalde, eigenzinnige taal het mysterie rond deze unieke topsportatleet.